§4 Mijn Valentijn
Door: Ruben van den Peijnakker
Blijf op de hoogte en volg Ruben
14 Februari 2012 | Madagascar, Antananarivo
Hoi ik ben Ruben, ik ben 25 jaar en lijdt aan een zeldzame vorm van postnatale depressie. De dokters hebben me al jaren opgegeven. Ze zeiden: “Ruben, als je nog langer zo doorgaat, wordt het je dood.” Dergelijke opmerkingen gaan je niet in de koude kleren zitten. Maar dat hoef ik jou niet te vertellen. Jij weet alles al.
Nadat ik je zag wist ik niets meer. Wat ging ik doen? Wat zou ik doen? Zou ik ooit nog ademhalen? Het leek alsof je mijn geheugen had gewist en al mijn herinneringen had verplaatst met jouw aanwezigheid. Ik werd bezeten door de gedachte dat ik je zag en dat ik je wellicht nooit meer zou zien. Dit maakte me niet bang. Wat ik echt vreesde was dat het me niets kon schelen… Het maakte me niet uit of ik mijn herinneringen verloor, of jij mijn vrije wil vernietigde, of mijn Ik niet meer bestond. Al was ik de slaaf van al jouw gure verlangens; ik zou er mijn ziel voor geven. Op een zilveren plaat.
Je danste door met je haren wild op en neer te bewegen - als een indiaan die zich hevig protesteert tegen het onrecht dat hem wordt aangedaan wanneer hij gearresteerd wordt door een blanke politieagent, die hem betrapte op het roken van een crackpijp in zijn auto – waarbij het je enige doel bleek om het omringende publiek eens ouderwets op te geilen.
Je danste dan weer met die jongen en reed vervolgens met je billen tegen het kruis van een oudere man. Ik zag je vrouwen likjes geven op de wang, terwijl de tequila tussen je naakte borsten stroomde. Daarna zou je beide borsten stevig beet nemen om ze in mijn gezicht duwen. Geluk was niet het juiste woord. Er waren geen juiste woorden. Alles was fout; heerlijk fout!
Je was een slet, een echte slet. Je vermomde jezelf als een object van het verlangen, terwijl je wist dat de macht in jouw handen lag. Ik was beland in een totalitair regime van stijve pikken en natte tieten en jij was de bloeddorstige dictator. Jouw haren, jouw ogen, jouw billen en borsten: allen kenden geen genade!
Gooi me op de trein, voor jou wil ik werken!
Later op de avond lagen we samen onder een bewolkte hemel (de sterren waren blijkbaar gereserveerd voor de meer doorgewinterde romantiekfanatici). De naschokken van de drank en pillen deden je pijn, zei je. Je braakte en kroop toen nog dichter tegen me aan. Het zweet had je koud gemaakt. Je rilde, maar wilde niets van een trui of een deken weten. Het was goed zo.
Met rood doorlopen ogen vroeg je of je iets voor mij kon doen. Je wilde me kussen, m’n kleren uittrekken en mij helemaal platneuken (jouw woorden). Maar het ging allemaal niet meer. Je deed je ogen dicht en liet je hoofd op mijn borst rusten.
Destijds wist ik geen antwoord op je vraag; nu heb ik er over nagedacht. Als je al ooit iets voor mij kon doen.. als er iets is waarvan ik zou willen dat jij het deed, lieve Loes, dan was het de trekker over halen. Haal de hendel over. Brandt het koord. Trap jij het krukje maar weg. Die eer schenk ik aan jou.
De tijd maakt dat ik nooit op twee plaatsen tegelijk kan zijn. Slechts dat weerhoudt mij ervan om altijd te staan waar jij staat. Jouw parfum zou mij eeuwig bedwelmen, je haren wapperen in alle gevallen in mijn gezicht. Ik wil zijn waar jij bent, zien wat jouw ogen zien, maar dan altijd.
Jij hebt altijd, ik nog even.
Jouw Valentijn.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley